Oefenvragen H4 Anatomie, fysiologie en pathologie (Deel 1): Het spijsverteringsstelsel en urinevormend apparaat

De taken van het spijsverteringskanaal zijn het transporteren van voedsel, het opnemen van voedingsstoffen en het verwijderen van afvalstoffen.

Omdraaien

Het spijsverteringskanaal omvat de mond, de keelholte, de slokdarm, de maag, de darmen, de lever en de alvleesklier.

Omdraaien

De hoofdtaak van het spijsverteringskanaal is het transporteren van voedsel van buiten het lichaam naar het bloed en het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam.

Omdraaien

Honger ontstaat wanneer de hersenen detecteren dat er te weinig glucose in het bloed aanwezig is.

Omdraaien

In de mond wordt het voedsel verkleind en vermengd met speeksel, wat de vertering van koolhydraten start.

Omdraaien

De tong speelt een belangrijke rol bij het kauwen en slikken van voedsel.

Omdraaien

Het harde gehemelte scheidt de mondholte van de neusholte en bestaat uit bot bedekt met slijmvlies.

Omdraaien

De speekselklieren produceren speeksel, wat helpt bij het inslikken en verteren van voedsel.

Omdraaien